Wie dit seizoen naar de shirts van de Jupiler Pro League-clubs kijkt, zou zich even achter de oren kunnen krabben. Ondanks een breed aangekondigd verbod op gokreclame op de voorkant van de truitjes, lijken de namen van de sponsors verdacht veel op die van vorig seizoen. De realiteit is dat de gokbedrijven niet verdwenen zijn uit het Belgische topvoetbal; ze hebben zich enkel slim vermomd. Deze creatieve, maar controversiële, omzeiling van de wet roept prangende vragen op over de effectiviteit van de nieuwe regelgeving en de diepgewortelde financiële afhankelijkheid van onze profclubs.

De ‘nieuwe’ hoofdsponsor van Sporting Charleroi
Een uitstekend voorbeeld van deze trend is te vinden bij Sporting Charleroi, een club met veel aanhang in de bredere regio rond Vilvoorde. Waar vorig seizoen nog de naam van een groot internationaal gokkantoor op het shirt prijkte, is deze nu vervangen door ‘Napoleon Score’. Op het eerste gezicht lijkt dit een onschuldige app voor live-scores, maar het is een zustermerk dat direct is opgericht door een bekend gokbedrijf. Het is een ingenieuze manier om de sponsorinkomsten te behouden en tegelijkertijd binnen de letter van de nieuwe wet te blijven. Deze strategie is een direct gevolg van de immense financiële belangen.
Terwijl de profclubs zich in bochten wringen om hun inkomsten veilig te stellen, blijft de online gokmarkt voor de consument zelf onverminderd toegankelijk en innovatief. Spelers die op zoek zijn naar een directe speelervaring zonder de omwegen van sub-merken, vinden hun gading op een brede waaier aan platformen. Sites zoals instantcasino.live/ focussen bijvoorbeeld op een rechttoe rechtaan aanbod van casinospellen en sportweddenschappen, waarbij de nadruk ligt op een snelle en duidelijke gebruikerservaring, los van de sponsoring-discussies in het voetbal.
Charleroi staat hierin niet alleen. Ook clubs als Standard de Liège (‘Circus Daily’) en Club Brugge (‘betFIRST.sport’) hebben vergelijkbare constructies opgezet. Ze vervangen de naam van het gokbedrijf door een zogenaamd sportnieuwsplatform van dezelfde eigenaar. De namen zijn anders, maar het geld en de intentie blijven ongewijzigd: de zichtbaarheid in de voetbalwereld behouden en supporters indirect naar hun gokplatformen leiden.
Een wet met gaten en een machteloze waakhond
De intentie van de wet, die op 1 januari 2025 inging, was nobel: de alomtegenwoordigheid van gokreclame in de sport terugdringen om kwetsbare groepen te beschermen. De praktijk blijkt echter weerbarstiger. Hoewel de nieuwe constructies tegen de ‘geest van de wet’ ingaan, zijn ze juridisch moeilijk aan te pakken. De Kansspelcommissie, de officiële toezichthouder, staat voorlopig machteloos. Een uitspraak van de rechtbank verbiedt hen om sancties op te leggen, zolang de ‘nieuwsplatformen’ op hun websites niet expliciet en direct aanzetten tot gokken met boodschappen als ‘zet hier uw geld in’. De waakhond heeft, zoals critici het stellen, voorlopig geen tanden.
Vanuit de clubs klinkt er een beroep op de economische realiteit. Sponsordeals met gokbedrijven zijn een fundamenteel onderdeel van hun budget. Een recent contract van Club Brugge, ter waarde van 12 miljoen euro voor drie seizoenen, illustreert de omvang van deze deals. De clubs argumenteren ook dat een strikt Belgisch verbod hen op een concurrentieel nadeel zet ten opzichte van andere Europese clubs, waar de regels vaak soepeler zijn. Zonder een uniform Europees kader, zo klinkt het, schieten de Belgische clubs zichzelf in de voet.
Van gokmiljoenen tot de lokale bakker in Vilvoorde
De complexe en miljoenenverslindende wereld van de profsponsoring staat in schril contrast met de realiteit van het amateurvoetbal in en rond Vilvoorde. Waar de topclubs juridische mazen in de wet zoeken om hun goksponsors te behouden, draait sponsoring op lokaal niveau om iets heel anders: gemeenschapszin en directe betrokkenheid.
Op de shirts van de lokale jeugd- en eerste elftallen vind je geen anonieme, internationale merknamen, maar de logo’s van de slager op de hoek, het plaatselijke bouwbedrijf of het café waar na de wedstrijd wordt verzameld. Deze sponsoring is geen marketingtruc, maar een investering in de leefbaarheid en de sportieve toekomst van de eigen gemeente. Het is een wereld van verschil die de discussie op nationaal niveau in een lokaal perspectief plaatst.
Wat betekent dit voor de voetbalfan?
Voor de supporter die wekelijks naar het voetbal kijkt, verandert er in de praktijk weinig. De link tussen hun favoriete club en de gokindustrie blijft, ondanks de naamsverandering, overduidelijk aanwezig. De vraag is dan ook of het verbod zijn hoofddoel – het verminderen van de associatie tussen sport en gokken – wel bereikt. De zichtbaarheid blijft, zij het in een vermomde vorm.
De ironie is compleet als men vaststelt dat zelfs de Pro League, de belangenvereniging van de profclubs, zelf in zee is gegaan met een sub-merk van een gokbedrijf als partner. Het toont aan hoe diep de financiële verstrengeling is. Terwijl er enerzijds initiatieven worden genomen om jonge spelers te waarschuwen voor de gevaren van gokken, wordt anderzijds de deur wijd opengezet voor de miljoenen uit diezelfde sector.
Een spel van kat en muis
Het verbod op goksponsoring in het Belgische voetbal heeft, voorlopig althans, geleid tot een creatief spel van kat en muis in plaats van een fundamentele verandering. De clubs hebben een maas in de wet gevonden om hun cruciale inkomsten te behouden, en de wetgever staat voor de uitdaging om hierop een antwoord te formuleren. Voor de fans in Vilvoorde en de rest van België is het een duidelijke illustratie van de complexe en vaak ongemakkelijke realiteit van het moderne topvoetbal, waar commerciële belangen en maatschappelijke verantwoordelijkheid voortdurend met elkaar in de clinch liggen.